Waar ben ik in godsnaam? Ergens in Amsterdam ja, maar dat is dan ook het enige wat duidelijk is. Tevergeefs loop ik al ruim een half uur hopeloos te zoeken naar die ene straat. Op de een of andere manier loop ik rondjes en kom ik steeds weer bij dezelfde straat uit. Gek word ik er van! En tot overmaat van ramp is het vreselijk koud en moet ik ontzettend plassen. Op dit moment loop ik een woonwijk in, wat dus absoluut fout moet zijn. In een van de keurig onderhouden tuintjes zie ik echter een man staan die onkruid staat te wieden. Ik besluit dat ik maar voor de zoveelste keer om de weg moet vragen, hopend dat ik niet weer de verkeerde kant op wordt gestuurd. ‘Eh, hallo meneer, mag ik u wat vragen?’ klinkt mijn hese stem door de kou, terwijl ik mijn handen warm probeer te blazen. ‘Kunt u mij vertellen waar de Jan Hendrikstraat is?’. De man draait om en tot mijn grote verbazing zie ik dat het geen man is, maar een vrouw met kort grijs haar en een wat vormeloos figuur. ‘Oh eh, neem me niet kwalijk’ mompel ik zacht. De manvrouw kijkt me boos aan, terwijl ik voel dat ik knalrood aanloop. Kort en afstandelijk legt ze me uit hoe ik moet lopen en dan bedank ik haar, stommel nog wat en loop dan snel weg. Ik heb een hoofd als een tomaat. God wat gĂȘnant, dat heb ik weer! Nu maar hopen dat ze me niet expres de verkeerde kant uit heeft gestuurd!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten